In gesprek over psychose met zoon Jip

Psychose raakt niet alleen de persoon met de psychosegevoeligheid. Het heeft een impact op het gezin én de omgeving. Om niet alleen mijn perspectief maar ook dat van mijn gezinsleden een plekje in dit boek te geven vind je hieronder een interview met Jip, mijn oudste zoon en met Jan. Interviews met mijn zus, mijn psychiater en andere hulpverleners kan je terugvinden op mijn website www.BrendaFroyen.be/blog.

Jip is mijn oudste zoon. Hij is 14 en half jaar, en zit op het einde van het derde middelbaar als hij me psychotisch meemaakt. Intussen is hij bijna16 jaar. In dit gesprek blik ik met hem terug op wat hij zelf een ‘bijzonder’ jaar noemt.

Waarom vond je dit een ‘bijzonder’ jaar, Jip?

Je was veel meer van huis. Vaak was je opgenomen in het ziekenhuis. Dan was papa ook meer met je bezig en moesten wij wat meer onze plan trekken. Of het echt een effect op mijn schoolwerk heeft gehad weet ik niet. De examens van Kerstmis waren in ieder geval niet goed. Toen kreeg ik ook te horen dat ik best van richting veranderde, maar de klastitularis zei dat, gezien de onrustige omstandigheden thuis, ik dat best pas deed na mijn vierde middelbaar. Ze vond het belangrijker dat ik nu eerst even goed omringd werd door mijn vrienden. 

Heeft de school nog andere zaken gedaan om je te helpen?

Een paar keer heeft de leerlingbegeleidster gevraagd of ik nood had aan een gesprek. Dat wilde ik niet. Liever ging ik gewoon met mijn vrienden weg, of naar de Scouts, dan moest ik er ook allemaal niet aan denken.

Waaraan merkte je dat ik een psychose had?

Eerlijk? Ik had het eigenlijk niet door. Ik ben in de zomer ook vaak op kamp geweest waardoor ik het vaak niet meekreeg. De perioden dat je psychotisch was en dat ik er wel was, zong je wel meer én luider dan anders.  Voor de rest deed je tegen mij vrij normaal. Om de zoveel tijd werd je wel boos. Dat ben je normaal ook wel eens maar nu was het echt bozer dan anders. Je maakte ook ontzettend veel ruzie met papa. Daar werd ik ’s nachts vaak wakker van. Dan stond ik op. In mij vond je een bondgenoot. Dat zei je ook steeds: ‘Jip, jij begrijpt me, hè.’ Ik probeerde zoveel mogelijk tussen jou en papa te bemiddelen. Jullie lieten elkaar ook gewoon nooit uitspreken. Ik probeerde ervoor te zorgen dat jullie op zijn minst naar elkaar zouden luisteren. Dat lukte me vaak, alleen een keer is me dat niet gelukt. Het was zeven uur in de ochtend. Ik werd wakker door jullie geschreeuw. Ik dacht te komen helpen, maar toen ik je apart nam, was je zo overstuur dat je me gewoon in mijn gezicht sloeg. Ik kon totaal niet tot je doordringen. Je hebt een flinke rechter, mama. (lacht).

Hoe kijk je naar papa, hoe hij dit alles heeft aangepakt?

Papa had geen emotie meer. Papa bevroor. Hij sloot zich af. Heel af en toe heb ik hem wel zien huilen. Dan kwam hij naar ons toe en zei hij snikkend dat het allemaal wel goed zou komen. En dan ging hij weer weg. Dat vond ik raar. Maar ik kon niet anders dan hem geloven.

Hoe reageerden je vrienden eigenlijk op alles wat er gebeurd is? Praatte je erover?

Heel wat vrienden volgden je op Instagram. Die wisten vaak even veel als ik. Meestal zeiden ze er niets over, alleen die ene keer dat je op de school van Zen en Lom bent opgepakt door de politie, toen kreeg ik plots heel veel berichtjes met de vraag of alles ok met me was. Daar heb ik toen wel op geantwoord, maar voor de rest heb ik eigenlijk nooit met mijn vrienden over jou gepraat. Ik had gewoon geen zin om het uit te leggen. Het was ook te moeilijk om uit te leggen.

Hoe zou jij psychose uitleggen aan mensen die er nooit mee te maken hebben gekregen?

In een psychose leg je verbanden tussen zaken waar er helemaal geen verbanden tussen zijn. Bijvoorbeeld als je denkt dat veel mensen in een complot zitten en dat iedereen tegen je is. Je denkt gewoon veel verder dan normaal. Dat is voor mij psychose.

Heb je je ooit voor mij geschaamd?

Na dat incident op school heb ik me wel zorgen gemaakt. Wat gaat iedereen nu zeggen en denken, maar eigenlijk zei er niemand iets over en dat vond ik wel goed. Ik wilde eigenlijk gewoon dat alles zo normaal mogelijk was. Ik heb ook weinig gedaan om Lom en Zen op te vangen. We wilden, denk ik, alle drie vooral dat onze levens verdergingen. Daarom dat we ook niet ingingen op jullie voorstel om naar een psycholoog te gaan. We wilden gewoon zijn.

Ben je soms bang om zelf psychotisch te worden?

Soms wel. Stel dat ik getrouwd ben en plots word ik psychotisch. Wat als die niet weet, in tegenstelling tot papa, hoe ze daarmee moet omgaan. Misschien komt het wel tot een scheiding. Daar ben ik wel bang voor. Al probeer ik er me nu nog geen zorgen over te maken. Of ik al dan niet psychotisch word, daar kan ik toch niets aan doen. Ik weet wel, uit jouw verhalen, dat je ervan kan herstellen. Misschien is het een aantal jaren zwaar maar daarna ben ik weer de oude. Dat is bij jou toch ook zo.

Zie je ook iets positiefs uit dit alles wat we als gezin nu hebben meegemaakt?

Ik denk dat ik nog minder snel mensen ga veroordelen. Mensen maken zaken mee in het verleden, daar kiezen ze niet voor. Wie ben ik om over iemands leven te oordelen? Wat iemand overkomt is geen keuze, dus dan is een oordeel ook ongepast. Ik oordeel zo min mogelijk. Dat heb ik van jou en papa geleerd.